Actua

Wat als werkgever nog te regelen voor 2026?

 

Het einde van het jaar nadert, en dat betekent dat het opnieuw tijd is om de vervangingsdagen van de wettelijke feestdagen voor 2026 vast te leggen.
Werkgevers die deze verplichting uit het oog verliezen, riskeren niet alleen praktische problemen in de personeelsplanning, maar ook niet-naleving van de Wet van 4 januari 1974 betreffende de feestdagen.
In 2026 vallen de wettelijke feestdagen op de volgende data;

 

Nieuwjaar donderdag 1 januari 2026
Paasmaandag maandag 6 april 2026
Dag van de Arbeid vrijdag 1 mei 2026
Onze Lieve Heer Hemelvaart donderdag 14 mei 2026
Pinkstermaandag  maandag 25 mei 2026
Nationale Feestdag dinsdag 21 juli 2026
Onze Lieve Vrouw Hemelvaart zaterdag 15 augustus 2026
Allerheiligen zondag 1 november 2026
Wapenstilstand woensdag 11 november 2026
Kerstmis vrijdag 25 december 2026

 

De vaststelling en bekendmaking van vervangingsdagen van wettelijke feestdagen worden geregeld door de Wet van 4 januari 1974 betreffende de feestdagen (hierna “de Wet”).
De Wet voorziet in een cascade van bevoegdheden voor de bepaling van vervangingsdagen, die moet worden gevolgd tot op het moment dat een geldige regeling tot stand komt. Dit systeem waarborgt dat de beslissing steeds wordt genomen op het meest representatieve niveau dat effectief in staat is om de arbeidsorganisatie binnen de betrokken onderneming of sector te regelen.

In eerste instantie wordt de bevoegdheid toegekend aan het paritair orgaan dat bevoegd is voor de betrokken bedrijfstak. Deze organen kunnen, voor alle of een deel van de ondernemingen die onder hun bevoegdheid vallen, één of meerdere vervangingsdagen vaststellen. Dergelijke beslissing moet uiterlijk vóór 1 oktober van het jaar dat voorafgaat aan het jaar waarin de te vervangen feestdag valt, worden meegedeeld aan de minister van Tewerkstelling en Arbeid, en verwerft pas rechtsgevolg nadat zij bij Koninklijk Besluit algemeen verbindend is verklaard (artikel 7 van de Wet).

Indien geen beslissing van een paritair orgaan algemeen verbindend verklaard is, kan de vervangingsdag overeenkomstig artikel 8 van de Wet op ondernemingsniveau worden vastgesteld door de ondernemingsraad. Bij afwezigheid van een ondernemingsraad, of indien deze geen beslissing neemt, kan de vervangingsdag worden vastgesteld via een regeling tussen de werkgever en de vakbondsafvaardiging, of, bij afwezigheid van deze laatste, met de werknemers. Wanneer op deze niveaus geen regeling tot stand komt, kan de vervangingsdag worden vastgesteld door middel van een individueel akkoord tussen werkgever en werknemer.

Blijft de vervangingsdag op al deze niveaus onbepaald, dan bepaalt artikel 9 van de Wet dat de feestdag automatisch wordt vervangen door de eerste gewone activiteitsdag die in de onderneming op die feestdag volgt. Deze laatste regeling fungeert als vangnetbepaling, die verhindert dat de werknemer zijn recht op tien betaalde feestdagen per jaar zou verliezen door loutere nalatigheid van de werkgever of het ontbreken van een akkoord.

De bekendmaking van de vervangingsdagen is geregeld in artikel 13, § 1 van de Wet. De werkgevers zijn verplicht vóór 15 december van elk jaar een gedateerd en ondertekend bericht in de lokalen van de onderneming aan te plakken, waarin de op het vlak van de bedrijfstak of ondernemingsniveau bepaalde vervangingsdagen van de feestdagen worden vermeld, evenals de toepassingsregels voor de inhaalrust.

Vergeet niet dat een kopie van dit bericht moet worden gehecht aan het arbeidsreglement, waarin de data van de feestdagen en eventuele vervangingsdagen expliciet dienen te worden opgenomen.