De federale regering – onder leiding van Bart De Wever – kwam na bijna 20 uur onderhandelen tot een akkoord.
Het akkoord omvat een begrotingsinspanning (sanering en hervormingen) van € 9,2 miljard tegen 2029.
Doel is om de overheidsfinanciën op koers te zetten, het begrotingstekort in te dijken en de schuldpositie – en het structurele financieringstekort – aan te pakken, zonder de kern van de sociale zekerheid (volledig) af te breken.
De regering omschreef het akkoord als “een soort tweede regeerakkoord”, gezien de omvang en de structurele impact ervan.
Er komt géén algemene btw-verhoging.
Wel wordt het btw tarief van 6% naar 12% verhoogd op bepaalde goederen en diensten: bijvoorbeeld take-away, hotelovernachtingen, kamperen, sport en vrijetijd, festivals, ...
Ook pesticiden zullen strenger worden belast worden (van 12% naar 21%).
Voor niet-alcoholische dranken daalt het btw tarief van 21% naar 12%.
De accijnzen op aardgas worden verhoogd. De belastingdruk hierop zal tegen 2029 overeenkomen met het btw tarief van 12%.
Daartegenover zullen de accijnzen op elektriciteit dalen. Dit om elektriciteit aantrekkelijker te maken en zo de energietransitie te stimuleren.
Vanaf 1 januari 2026 wordt bijvoorbeeld de btw op warmtepompen verlaagd (van 21% naar 6%) als onderdeel van die transitiepolitiek.
De verlaagde roerende voorheffing in het VVPR-bis-regime stijgt voor alle KMO’s van 15% naar 18%.
Liquidatiereserves kunnen op dit moment nog uitgekeerd worden tegen een tarief van 5% of 6,5% roerende voorheffing (na een anticipatieve heffing van 10%). Deze heffing zal worden verhoogd zodat de totale fiscale druk na uitkering eveneens 18% bedraagt.
Het tarief van de taks op effectenrekeningen wordt voorts verdubbeld van 0,15% naar 0,30%.
Verder worden ook een aantal andere taksen verhoogd of geïntroduceerd:
Het tarief van de taks op bepaalde verzekeringscontracten (bijvoorbeeld contracten gewaarborgd inkomen) stijgt van 9,25% naar 9,6%.
De vliegtaks stijgt van €5 naar €10 voor korteafstandsvluchten.
De bestaande bankentaks wordt opgetrokken.
Er komt een ‘pakjestaks’ op bestellingen bij niet-Europese webshops.
Bovendien zullen de forfaitaire kosten in het stelsel van auteursrechten worden afgeschaft. Momenteel zou deze schrapping enkel betrekking hebben op de forfaitaire onkostenpercentages van 50% en 25%, en zou het nog steeds mogelijk zijn om toepassing te maken van de werkelijke kostenaftrek.
Tenslotte zal de overheid zo’n 380 extra inspecteurs inzetten om fiscale en sociale fraude te bestrijden.
In 2026 en 2028 zullen lonen enkel geïndexeerd worden tot maximaal € 4.000 bruto; het deel boven € 4.000 blijft buiten indexering.
Voor uitkeringen en pensioenen zal het gedeelte boven € 2.000 bruto niet geïndexeerd worden.
In ruil voor deze ‘centenindex’ geldt vanaf 2026 het principe bruto = netto voor minimumlonen.
(De lonen van ministers en parlementairen worden de hele legislatuur niet geïndexeerd.)
Daarnaast worden premies gezet op het heractiveren van langdurig zieken. De regering wil dat meer zieke mensen opnieuw inzetbaar worden.
Er is nog geen verdere uitwerking gegeven aan de meerwaardebelasting bij verkopen van financiële vaste activa.
De minimumbezoldiging in vennootschappen voor het verlaagd tarief van 20% en de belasting op verkoop van DBI-fondsen blijven tevens buiten schot.
Tenslotte is ook de voorziene inwerkingtreding van bovenstaande maatregelen nog niet helemaal duidelijk.